De kleine schijn

Vorig jaar trok ik naar Leiden om in alle stilte een reeks gedichten te herschrijven. Uiteindelijk mondde dat uit in mijn inzending voor de Zeef Poëzieprijs. Sindsdien plan ik regelmatig kleine schrijfretraites voor mezelf. Deze week bracht ik door in Den Haag.

Poëzie schrijven en dan vooral ermee naar buiten komen, brengt ook een deel administratie met zich mee. Ik schrijf motivatiebrieven, houd een literair cv bij, maak planningen en beheer sinds kort ook deze website. Het lijkt een beetje op solliciteren voor een job die je al hebt, al wil ik mijn dichtwerk niet te fel in dat licht zetten. Uiteindelijk is het een luxe dat ik mij met taal en kunst kan bezighouden en de inspanning neem ik er dan graag bij.

zondag

Wanneer ik mijn kamer binnenstap, ben ik blij verrast dat er een blocnote en een schriftje voor me klaarligt. Ik had aan mijn gastheer laten weten dat ik kwam om te schrijven en ik wil dan ook geloven dat hij daar rekening mee heeft gehouden. Ik herinner mij echter snel dat hij bij mijn aankomst vroeg wat ik in petto had voor deze week, aangezien de meeste gasten slechts een of twee dagen bleven. ‘Schrijven.’ Ik moet er nog steeds aan wennen om dat zonder schroom te verklaren.

Ik heb een heel andere schrijfroutine voor proza dan voor poëzie. Proza schrijf ik het best ’s ochtends. Ik ben een ochtendmens, ziet u. Mijn hoofd is dan helder, waardoor ik mezelf ook beter kan relativeren. De weg ligt open en ik heb de energie om die te bewandelen. De motor van mijn poëzie, daarentegen, slaat pas aan wanneer het donker is. Ik ben moe, de vele filters vallen weg en ik verander van hoogfunctionerend naar getroebleerd mens. Ik voel meer en dat helpt. Met dat in het achterhoofd, scheur ik een blaadje van de blocnote en begin ik mijn week te plannen. Ondertussen lach ik mezelf vierkant uit.

maandag

De dag begint zonnig en ik kleed me snel aan om op zoek te gaan naar een goede kop koffie. Op de hoek van mijn straat is het meteen bingo. Ik zet me buiten aan een tafeltje en voel me landen. ‘Dit zijn de dagen.’ Ik neem er een toneelscript van een vriend bij en maak enkele aantekeningen in een notitieboekje. Halverwege stop ik. Ik zit in een buitenwijk van de stad en wandel toch een klein uurtje naar het centrum. Ik wandel ontzettend graag. Een wandeling is jezelf ont-moeten. Ik meen toch te geloven dat ik een introvert ben, waardoor ik (graag) verdwijn in de drukte van alledag. Eenmaal alleen, verschijn ik als kastanjes op de grond. Ik start met wandelen en raap mezelf bijeen. In de stad ga ik op zoek naar enkele muurgedichten. Ik heb geen zin om me te verturen op een kaart en loop wat kriskras door de straten. Elk gedicht wordt zo een ontdekking. Ik eet wat en lees de rest van het script door. Online zoek ik informatie op over de stadsbibliotheken en besluit naar de Koninklijke Bibliotheek te trekken, vlakbij het Centraal Station. In het uurtje dat me nog rest, werk ik aan een motivatiebrief en besef ik dat ik nog niet aan schrijven ben toegekomen. Ik voel nochtans iets bonken in mijn hoofd. Het is donker. Ik wandel terug naar mijn kamer en werp een blik op mijn planning. Twee uur later heb ik een eerste versie van een gedicht klaar dat ik niet van plan was te schrijven. Over kastanjes.

dinsdag

Het lukt me al een tijd niet meer om uit te slapen op dagen dat het kan en ook vandaag word ik om 6u wakker. Het zal het winteruur zijn, denk ik. Ik maak me weer klaar voor een zonnige dag en geniet met volle teugen van mijn flat white. Ditmaal wandel ik de andere kant uit richting het strand. Ik trek mijn stoute schoenen uit en voel de grond zachtjes wegzakken onder mijn voeten. Wanneer ik een geschikte zetelduin tegenkom, laat ik ook de rest van mijn lichaam zakken. Ik lees enkele hoofdstukken uit Never let me go van Kazuo Ishiguro en laat de zon op mij inbeuken. Inbreuk is er enkel als ik migraine heb. ‘Dit zijn de dagen.’ Zo start ik het gedicht dat ik die avond schrijf in de bieb.

woensdag

Zie dinsdag, maar met een ander openingsvers.

donderdag

Vandaag breng ik de dag met een vriendin door. Tijdens onze shoptherapie, koop ik ook de bundel ‘Zog’ van Erik Lindner, de zogenaamde steen in mijn bedding. Ik gok dat ik nog heel wat kan opsteken van zijn rake beelden en subtiele ontwrichtingen. ’s Avonds bereid ik me voor op een poëzieavond en open mic, waar ik van plan ben mijn kersverse kroost aan het publiek te tonen. Ik heb me vergist en wandel tussen spoken en heksen.

vrijdag

Op weg naar huis. Dankbaar. ’s Avonds drink ik met vrienden. Ik probeer nog niet op te stijgen.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s



%d bloggers liken dit: